IMG_6020-uitsn-bewe-niv-kleuren-versch-1500-x-220-definitief.jpg

Edelsteen van de maand: Robijn

Door: Kees Hoving

Op de beurs van het NLC in Rijswijk vroeg een meneer mij enkele ruwe edelstenen te willen onderzoeken. Hij had ze voor een behoorlijk bedrag aan de poort van een zwaar bewaakte mijn bij Montepuez in Mozambique gekocht. Het betrof rode stenen, die hem verkocht waren als robijn. Hij kwam voor zijn werk vaker in dat land en had kennis genomen van de grote prijsverschillen tussen ruwe robijn en geslepen robijn. Ruw te koop voor enkele tientjes, geslepen verkocht op onder meer Catawiki voor wel honderden euro’s per karaat. Onder aftrek van rapport-, slijp- en verkoopkosten voorzag hij een aardige handel.

Afb 1. Ruwe robijn uit Mozambique. Natuurlijk, behandeld of synthetisch?

Tja, dan eerst maar eens de ruwe robijn met een UV-lampje aanstralen en kijken naar een mogelijke fluorescentie. Ja hoor, een sterke rood-oranje opgloei. Maar het kan ook nog spinel zijn. Toen met de spectroscoop op zoek naar zwarte absorptielijnen op bepaalde posities. Inderdaad, enkele lijnen in blauw en een dubbele lijn (doublet) in het rood (693/694 nm). Een niet te missen conclusie: dit is robijn.

Ik vraag me vervolgens af: is het behandeld? Is het synthetisch? Aan de stenen was geen kristallografische vorm te herleiden. Integendeel, het kwam voor als een brokkelig, gebroken mineraal. Een natuurlijke robijn zou toch hexagonaal-achtige kenmerken moeten hebben? Ik kon ook niet in de steen kijken want het oppervlak was ruw en geschaafd. Op de beurs kon ik zo gauw geen uitsluitsel geven en in overleg met de klant onderzocht ik de steen thuis in mijn knusse gemlabje verder.

Ik ging me eerst “inlezen”. Vincent Pardieu van het GIA-lab in Bangkok heeft uitgebreid over onderzoek van robijn uit Mozambique gerapporteerd. Hij onderscheid naar hun ontstaanswijze, drie typen robijn:
  1. Robijn in marmer; uit o.m. Myanmar(Birma): ze bevatten weinig ijzer, weinig vanadium en hebben een sterke fluorescentie
  2. Robijn in basalt; uit o.m.Thailand: bevat veel ijzer, en heeft daarom een lage fluorescentie (ijzer dempt fluorescentie)
  3. Robijn van metasomatische oorsprong; uit de zgn. Mozambique-belt: deze robijn zit qua eigenschappen tussen basalt en marmer in.
De metasomatische robijn is veelal vermengd met eluviaal amfibool gesteente. Eluviaal: “net uitgespuugd” en nog niet naar beneden gerold om later als alluviaal te worden aangemerkt. Het gesteente in de robijnmijnen van Mozambique bestaat in hoofdzaak uit amfibool: groene actinoliet met witte veldspaat, bruine mica en soms wat diopsied. Pardieu rapporteert verder over chemisch onderzoek met geavanceerde apparatuur, EDXRF (röntgen) en FTIR (infrarood): slechts voorbehouden aan grote commerciële (of door de overheid gesubsidieerde) laboratoria. Met mijn kleine lab kan ik daar weinig mee.


Afb 2. Spectra van verschillende robijnen.
Terug naar mijn onderzoek. Op basis van kleur (rood), transparantie (doorschijnend), UV-reactie (sterk rood-oranje), de spectroscopie/metrie (absorptielijnen in blauw en doublet op 693 nm) en de uiterlijke verschijningsvorm (“gebroken”) had ik nog steeds geen antwoord op de vraag of ik behandeling (hoge/lage verhitting, glas/borax gevuld?) dan wel synthetisch (flame, flux, hydro) kon uitsluiten. Er was slechts een klein verschil in fluorescentie: sterk bij synthesen, matig bij natuurlijke robijn uit Mozambique. Synthetisch flame-fusion * wordt, anders dan de onderzochte brokjes, als peertje of boule verkocht. In overleg met de klant heb ik één van de steentjes door een bevriende slijper laten slijpen. Eenmaal geslepen en onder de microscoop zag ik, behalve enkele glessen, geen enkel insluitsel: dus synthetische flame-fusion?

Nu moet ik vertellen dat er veel synthetische-robijn fabrikanten bestaan met verschillende (geheime) productiemethoden. Maar alle hebben gemeen dat ze (specifieke) insluitsels hebben. Lees ook de Atlas van insluitsels, de prijzige plaatjesboeken van Gubelin en Koivula.


Afb 3. Geslepen robijn.
In overleg met de klant is de geslepen robijn én de resterende ruwe stenen naar een gerenommeerd gemlab gebracht: het IGI te Antwerpen. De uitslag van het onderzoek was: Synthetisch.
Als gemmoloog wil ik weten op grond waarvan dat is geconcludeerd. Het zou dus moeten zijn onderzocht met bijvoorbeeld FTIR. Maar gelet op het tarief dat in rekening is gebracht, heb ik zo het donkerbruine vermoeden dat de conclusie gebaseerd is op het ontbreken van insluitsels: maar dat is nog geen bewijs.

Samen met de klant hebben we overwogen om de robijn op te sturen naar het SSEF in Zwitserland. Dat is een dure aangelegenheid en kost, karaat afhankelijk, meer dan € 400,-. Wij bedachten een andere oplossing. Uit een andere partij maar wel van de zelfde herkomst hebben we nog een steentje laten slijpen om te onderzoeken. U begrijpt dat we al maanden verder zijn voordat het geslepen steentje onder de microscoop bekeken kan worden. Voor een nog beter onderzoek resultaat heb ik eerst nog een extra vergrotende voorzetlens gekocht. Ik kon nu met de microscoop 90x vergrotend kijken.


Afb 4. Robijn met luchtbelletjes.
Vergroting 90x.
En wat zag ik? Een onregelmatig groepje luchtbellen!
In de Atlas van insluitsels beschreven als synthetisch; flame-fusion*. Ik kan u verzekeren dat de klant een kleur kreeg die overeen kwam met de aangeboden steen.

* Bij dit proces laat met poedervormige chemicaliën vallen door een hoge temperatuur vlam. In de vlam smelten de chemicaliën en worden opgevangen op een roterend voetstuk om zo een synthetisch kristal te produceren.