4-Folder-crinoiden-uitsn-bew-profiel-Nik-sh-1500-220--titel.jpg

Boekbespreking: Hoe we mensen werden

Cover
Door Bert Boekschoten, VU Amsterdam
Gepubliceerd in Gea juni 2020 
 
Hoe we mensen werden - een geheel nieuwe kijk op de oorsprong van de mensheid, door Madelaine Böhme, m.m.v. Rüdiger Braun en Florian Breier. Uitgeverij Unieboek | Het Spectrum, 2020. 268 pp., 51 afb. ISBN 9789000373246. Prijs €22,50.

 

Vanaf 1912 werd het alsmaar zekerder: bij Piltdown, in Zuid-Engeland, had een aapachtige geleefd waar de mens van afstamde. Ondanks geologisch ongeloof bleef dat leerstuk gelden totdat in 1953 de ‘’vondsten’’ als bedrog en vervalsing werden ontmaskerd. Het hier besproken boek meldt deze affaire, maar zwijgt over de Europese voorouder die vervolgens werd genomineerd. Deze was allang bekend en was afkomstig uit Toscane. Hürzeler (1949) haalde de soort Oreopithecus als kandidaat naar voren. Een tien jaar later gevonden, vrijwel compleet skelet van deze staartloze boombewoner uit de bruinkoolmijn van Grosseto, liet kloeke hoektanden zien, weinig mensachtig. Er is nog steeds discussie of het fossiel überhaupt een mensaap was (we kennen ook de staartloze makaak), en dit interessante wezen werd al spoedig als voorouder onttroond.

Maar de auteur van deze nieuwe publicatie blijft geboeid door fossiele mensapen, waarvan in onze tijd meerdere typen in Midden- en Zuid-Europa werden opgedolven. Böhme is hoogleraar paleoklimatologie aan de Universiteit van Tübingen en oprichter en directeur van de Senckenberg Center for Human Evolution and Palaeoenvironment. De hier besproken publicatie is een verslaglegging van haar uitgebreide onderzoek en vormt de harde kern van dit boek. Mensaapvondsten uit oostelijk en zuidelijk Afrika komen summier aan de orde. Het boek wordt afgerond met algemene beschouwingen over de latere evolutie naar de mens van nu.

Atheense mensaap
Mijn leermeester G.H.R. von Koenigswald herbeschreef, in 1969, een interessante, oudere vondst uit Pyrgos, ten noorden van Athene. Een fossiele onderkaak van een mensaap, die hij Graecopithecus doopte. Vondst en beschrijving raakten vergeten, maar Böhme wist het materiaal terug te vinden, onder meer in een kelder van de half afgebouwde congreshal, bij het Reichsparteigelände in Neurenberg!
Zowel de kaak als de begeleidende fossielen en de vindplaats werden door de enthousiaste Böhme opnieuw bestudeerd. De vondsten waren gebed in ”terra rossa’’, door haar om goede redenen geïnterpreteerd als door stofstormen aangevoerd woestijnsilt. De laag bleek 7,2 miljoen jaar geleden te zijn afgezet, toen Griekenland een veel vlakker land was dan nu, een schakel in de grote reeks savannen rondom de Middellandse Zee van destijds. Het gebit van het Graecopithecus-fossiel was ongewoon versleten, volgens de auteur wegens hard voer. Persoonlijk denk ik eerder aan stoffig voer: silt schuurt wellicht de maag, maar zeker ook de kiezen!

Böhme brengt de Atheense mensaap in verband met de door haar, tijdens grote opgravingen in zuidelijk Beieren, ontdekte mensaap Danuvius. Deze is veel beter door skeletfossielen gedocumenteerd dan Graecopithecus. In de laatste echter vermoedt zij het tweebenige wezen, dat de in 2002 ontdekte veertig voetsporen achterliet in de strandformatie van Trachilos, op Kreta.
Ook andere recente vondsten van mensapen in Zuid-Europa komen aan de orde. Ze stelt, dat niet alleen Afrika, maar ook delen van Europa en Azië bevolkt werden door zeer vroege voorouders van de mens. Deze visie spoort met de visie van Dennell en Roebroeks (2005) van een intercontinentaal “Savannistan”, waarin de latere evolutie naar de mens zich kon voltrekken. Interessant ook is de inventarisatie van de problematiek van Sahelanthropus, uit Tsjaad: was dat een aapmens of een mensaap?

Aanloop tot de menswording
De afsluitende hoofdstukken van het boek brengen minder nieuws, en zijn niet steeds conform de staat van kennis. De Olduvai-mens sloeg geen werktuigen uit rolkeien met bijlen. De Javaanse Homo erectus wordt slordig gedateerd. In het grote evolutieschema zijn chimpansee en orang-oetang verwisseld. De vertaling kon veel beter en de flapteksten overschreeuwen de inhoud. Een behoorlijke eindredactie ontbreekt helaas. Desalniettemin is dit boek van waarde voor wie geboeid is door de aanloop tot menswording, enkele miljoenen jaren geleden.

 

Copyright: GEA/auteur