
Auvergne
Land van vulkanen, maaren, pingo's en klovenFrankrijk is niet alleen voor veel Nederlanders vakantieland nummer één, maar dit jaar ook het thema van de Mineralenbeurs die op 16 oktober as. plaatsvindt in De Meent in Amstelveen. Met speciale aandacht voor de Auvergne, het land van vulkanen, maaren en pingo's. Met een serie tweets over geologisch interessante plekken in de Auvergne hopen wij de interesse te wekken voor het geologische verleden van deze streek, voor de geologie in het algemeen en natuurlijk, voor de komende Mineralenbeurs.
In het gebied wat nu Auvergne heet, was 'vroeger' sprake van enorme vulkanische activiteit. Het gebied bestaat uit meerdere generaties vulkanisme. De verschillende typen vulkanisme worden verklaard uit het feit dat er magma's van verschillende chemische samenstelling naar boven zijn gekomen, vanuit verschillende dieptes.
Chaîne des Puys

Chaîne des Puy, een waarlijk museum van vulkanen
De Chaîne des Puys is een waarlijk museum van vulkanen en is het product van zeer diverse vulkanische activiteiten. Nergens op de wereld is er op een beperkt oppervlak, in een zeer goed bereikbaar gebied, een zo groot aantal goed bewaarde vulkaanvormen aanwezig die een zo grote variatie tonen.
![]() |
La Vache & Lassolas (45° 42' N, 2° 58' E) Beide vulkanen hebben een merkwaardige vorm; een deel van de kraterwand ontbreekt. De kraters zijn gedeeltelijk ingestort door lavastromen die rond 8500 jaar geleden uitstroomden en een lengte bereikten van 17 kilometer. Omdat er sinds de eruptie maar weinig veranderd is lijkt het alsof de vulkaanuitbarsting recent heeft plaatsgevonden. De lavastroom waant zich in grillige bochten een weg naar het dal. De lava heeft een zeer onregelmatig oppervlak wordt La Cheire genoemd. In een groeve aan de voet van de Puy de la Vache zijn de rode slakken ontsloten waarin fraai gevormde bommen te vinden zijn. |
![]() |
Puy de Dôme (45° 46' N, 2° 58' E) De lavakoepel van de Puy de Dôme is het hoogste punt in de Chaïne des Puys. Het is een vulkaan van het Pelée-type. De vulkaan wordt als uitgedoofd beschouwd maar het gebied waarin Puy-de-Dôme ligt is geologisch gezien kort (150.000 jaar) geleden actief is geweest. |
Lac d' Aydat (45° 39' 50" N, 2° 59' 04" E) De lavastroom van La Vache is verantwoordelijk voor het ontstaan van stuwmeertjes: bijv. Lac d'Aydat. |
|
Lac de la Cassiere (45° 41' 16.7" N, 2° 59' 49.2 E) Ook het veel ongereptere Lac de la Cassiere is een vulkanisch stuwmeer. Dit visrijke meer is privé eigendom en alleen toegankelijk voor bezoekers met een visvergunning. Het meer ligt op een hoogte van 850 m, heeft een oppervlakte van 14 ha en is 5 m diep. |
|
Gour de Tazenat (45° 58' 48" N, 2° 59' 28" E) Een 'maar' ontstaan door een freatomagmatische explosie. Als water in contact komt met heet magma en gas wordt gevormd, neemt de druk toe. Bij voldoende drukopbouw vindt een explosie plaats waardoor de vulkaankrater in elkaar stort. De overblijvende diepte wordt een 'maar' genoemd. Dit in tegenstelling tot een vulkaan-of kratermeer. Dat is een vulkaankrater die in de loop der tijd gevuld is geraakt met water. |
|
![]() |
Vulcania (45° 48' 49" N, 2° 56' 26" E) Meer weten over vulkanisme in de Auvergne en de binnenkant van een vulkaan bekijken? Vulcania is een educatief museum en themapark, gewijd aan aardwetenschappen. Het park ligt in de vulkanenketen Chaîne des Puys, enkele kilometers van de Puy de Dôme en 15 km ten westen van Clermont-Ferrand. Bezoek Vulcania |
Monts Dore

Monts dore
Vulkanische toeristische attracties zijn: de rotsformatie Tuilière en Sanadoire en vulkanische meren zoals Lac Chambon in het noordoosten en het Lac Pavin in het zuidoosten.
![]() |
Puy de Sancy (45° 31' N, 2° 48' E) De Puy de Sancy is het hoogste punt van de stratovulkaan van de Monts Dore. Rond de top van de Sancy liggen de mooiste 'necks'* en een serie van de meest indrukwekkende intrusiegangen van onder meer de Puy Ferrand, de Puy de la Perdrix, de Dent de la Rancune en de Crête du Coq. * neck: vulkanische pijp, bestaande uit vergruisde gesteentefragmenten, die niet door het vulkanische geweld werden uitgeblazen, maar in de pijp bleven en daar een hard, breksieus geheel werden. omringende gesteente was zachter en erodeerde, de neck niet zo sterk en bleef als piek of berg in het landschap staan. Als een pijp met massief stollingsgesteente is uitverweerd, noemt men dit wel een plug. |
![]() |
Roche Sanadoire & Roche Tuilère (45° 38' 05" N, 2° 49' 18" E) De beide rotspunten zijn de resten van domes die sterk zijn geërodeerd door gletsjers. De rotsen bestaan niet uit hetzelfde type vulkanisch gesteente zijn niet even oud. De Roche Sanadoire is 1,8 miljoen, de Roche Tuilère is 2,1 miljoen jaar oud. |
![]() |
Monts Dore bij Egliseneuve-d'Entraigues (45° 26' 17" N, 2° 49' 34" E) Bazaltzuilen van een vulkaantje aan de zuidkant van de Monts Dore, ten zuiden van Super-Besse. |
![]() |
Crête du Coq & Dent de la Rancune (45° 32' 02" N, 2° 50' 15" E) bizarre rotsen in het gletsjerdal Vallée de Chaudefour. Dent de la Rancune is een kolom van lava in de vallei Chaudefour Het is evenals de Crete Du Coq een erosierestant van een dykes*. *dyke: plat intrusielichaam, dat dwars door omringend gesteente is gebroken. |
![]() |
Lac Pavin (45° 29' 45" N, 2° 53' 15" E) Een 'maar' gelegen op een hoogte van 1197 meter met een diepte van 92 meter. Het meer heeft een bijna perfect ronde vorm met een diameter van 750 meter. Het ontstond door een explosie in de wand van de Puy de Montchal. Lac Pavin behoort tot de jongste vulkanische verschijnselen in de Auvergne. Het maar is op 6700 jaar ouderdom gedateerd. Mogelijk zelfs nog jonger want dateringen van vulkanische as wijzen op een vulkanisme dat zich rond 4350 jaar geleden moet hebben voorgedaan. |
![]() |
Le Cheix (45° 57' 28" N, 3° 10' 30" E) Hier werd vulkanische tuf afgezet, die door het riviertje de Source tot een falaise (klif) werd uitgeslepen. In de wanden bevinden zich holen, die sinds prehistorische tijden voor bewoning of als schuilplaats gediend. Te vinden ten noordoosten van Besse-en-Chandesse aan de D 978, vóór Saint-Diéry. |
Cantal

Cantal
![]() |
Puy Mary (45° 6' 34" N, 2° 40' 34" E) De Puy Mary met een hoogte van 1.783 m bestaat uit opeengehoopte lagen van gestolde lava. Het omringende zachtere materiaal is weggeërodeerd. Gletsjererosie gaf de berg de opmerkelijke piramide vorm. |
![]() |
Plomb du Chantal (45° 3' 31" N, 2° 45' 41" E) Tijdens de laatste periode van het leven van de Cantal-vulkaan ontstonden er kleine kegels van bazaltische tefra. Het bekende voorbeeld daarvan is de Plomb du Cantal zelf, het is de vulling van een kraterpijp. De Plomb du Cantal is naast de hoogste top, 1855 m, het jongste bouwsel dat aan het complex is toegevoegd. |
![]() |
Radiaire patroon Tijdens de Kwartaire IJstijd was de Cantal bedekt door een ijskap met een groot aantal dalgletsjers, die van de top naar alle kanten uitwaaierden. Hierdoor ontstond het duidelijk radiaire patroon van de insnijdingen op de hellingen. |
![]() |
Pas de Cère (44° 59' 55.1" N, 2° 38' 49.1" E) Deze kloof werd meer dan 20 000 jaar geleden uitgesleten door een gletsjer en daarna langzaam verder uitgesleten door de rivier de Cère. |
![]() |
Cascade de Barbory (45° 04' 09", N 3° 02' 30" E) De rivier de Ander heeft een diepe, halfcirkelvormige ketel uitgeslepen in de basaltlagen van de planèze*. De waterval is zowel van beneden als van bovenaf te bekijken. * vulkanisch plateau van basalt |
![]() |
Cascade de Fallitoux (45° 01' 56.2" N, 2° 38' 50.9" E) De waterval passeert de muur van horizontale intrusie met verticale zuilen van 50 cm diameter. Door de afkoeling van de lavastroom zijn prismatisch gevormde stenen zuilen, 'orgues' genoemd, ontstaan. |
![]() |
Basaltzuilen van Saint Flour (45° 2' N, 3° 6' E) Bij afkoeling van de lavastroom na de vorming van de Monts du Cantal, werden de basaltzuilen gevormd. Ze zijn een belangrijke geologisch kenmerk van het gebied. |
![]() |
Rocher de Bredons en Rocher de Bonnevie (45° 06' 44.9" N, 2° 51' 54.3" E) Beide toppen zijn geen vullingen van kraterpijpen, maar resten van een van de bazaltstromen die de planèze opbouwen. Deze basalt is 3,6 miljoen jaar oud en een van de jongste van het massief. |
![]() |
Chastel Marlhac (45° 19' 29 .9" N, 2° 30' 38.98" E) De citadel is gebouwd op een ronde basaltplaat van circa een kilometer lang en een doorsnede van 800 meter. Het is een gestold lavameer in de krater van een vulkaan waarvan het vulkaanlichaam door erosie verdwenen is. |
![]() |
Bort les Orgues (45° 24' N, 2° 30' E) 4 kilometer ten westen van het dorp Bort les Orgues ligt een beroemde zuilengalerij over een lengte van circa 2 kilometer met fraaie, 80 tot 100 meter hoge zuilvormige structuren. Een gevolg van de vorming van krimpscheuren tijdens het afkoelen van lava. |
Devès

Devès
![]() |
Allier-dal (45° 01' 39.5" N, 3° 35' 33.9" E) Bijzonder imposante structuren van bazaltstromen. De "Rocher" bij Prades aan de Allier is een van de hoogtepunten in vulkanisch opzicht van de Devès. De basaltstromen liepen in paleoreliëf (oude Allier-bedding). |
![]() |
Arlempdes (44° 51' 56.2" N, 3° 55' 27.0" E) Het vulkanische complex bij Arlempdes aan de Loire, op de grens van Devès en Velay. Dit landschap is zowel van bovenaf als beneden op Loire-niveau zeer spectaculair doordat een vulkaanstroom in omgekeerd reliëf zich boven de weg verheft. Bovenop de steile vulkaan staat het kasteel van Arlempdes. |
![]() |
Lac d'Issarlès (44° 49' 03.3" N, 4° 04' 18.0" E) Een zeer diep maar (110 meter). Het ligt in het zuidwesten van de Devès. Een aantal maaren zijn explosiegaten midden in een bazaltlavastroom, zoals dat van Costaros en La Sauvetat. |
![]() |
Saint-Ilpize (45° 11' 46.5" N, 3° 23' 25.8" E) Het middeleeuwse stadje Saint-llpize ligt tegen een steile rots van bazalt, de vulling van de pijp van een vulkaan. De rots torent 150 meter boeven de Allier uit. |
![]() |
Chanteuges (45° 04' 20.4", N 3° 31' 48.5" E) Beroemd is de rots waarop de kerk van Chanteuges is gebouwd. De bazalt vertoont in het onderste deel van de stroom fraaie regelmatige, verticaal staande grote zuilen en daarop het niveau van het entablement met de wirwar van kleine zuilen. |
![]() |
Lac du Bouchet (44° 54' 30.6", N 3° 47' 16.5" E) 800 meter doorsnede en 600.000 jaar geleden ontstaan. Dit maar is vooral bekend omdat uit de fijnkorrelige sedimenten van de maarbodem de klimaatgeschiedenis van enkele 100.000-en jaren te achterhalen is en de laatste omkeringen van het aardse magneetveld er aangetoond zijn. |
![]() |
Orgelpijpen van Chilhac (45° 09' N, 3° 27' E) Hoog boven de Allier ligt het dorp Chilhac. Onder de basaltzuilen zijn onder anderen fossielenresten van een mastodont uit het Tertiair ontdekt. Dit is de enige in zijn soort in Europa. De Mastodont heeft slagtanden van 2,80 m en is te bekijken in het paleontologisch museum van Chilhac. |
Aubrac

Aubrac, restantent uit de IJstijd
![]() |
La Cascade du Déroc (44° 38' 45" N, 3° 4' 13" E) Een waterval die 32 meter omlaag stort over twee bazaltstromen. Achter de waterval is een kleine grot waarvan het plafond gemaakt is van basalt prisma's. Deze waterval geeft zowel van boven als van onderaf een spectaculair schouwspel. |
![]() |
Les orgues basaltiques du Pont des Nègres (44° 37' 24.3" N, 03° 04' 12.0" E) Halverwege tussen het meer van Saint-Andéol en de cascade van Déroc bevindt zich Pont des Nègres. Waarschijnlijk zijn de bazaltzuilen afgeschaafd door het gletsjerijs. |
![]() |
Lac des Salhiens (44° 38' 36" N, 03° 03' 39" E) In de zuidoostelijke omgeving van Nasbinals ligt Lac des Salhiens; dit is een van een hele reeks meren in het gebied waaronder St Andéol, Souveyrols, Born. Deze meren zijn resten van pingo's; ijstijdrelicten. |
![]() |
Lac de Born (44° 36' 29" N, 03° 06' 00" E) Door zijn ronde vorm werd een tijd gedacht dat dit meer de krater van een oude vulkaan was. Inmiddels is vast komen te staan dat ook dit meer een gletsjermeer is, net zoals alle andere meren van de Aubrac. De geringe diepte (circa tien meter) getuigt daarvan, want kratermeren zijn meestal veel dieper. |
![]() |
Lac de Saint-Andéol (44° 37' 07", N 03° 04' 54" E) Gelegen op 1223 m boven de zeespiegel ligt dit gletsjermeer dat met 11 hectare het grootste meer van het Aubrac gebergte is. |
![]() |
Lac de Souveyrols (44° 37' 38", N 03° 03' 12" E) Het is de kleinste van de vier bekendste meren van de Aubrac |
![]() |
Champ de Laquets du Puech de los Egos (44° 36' 02.6" N, 03° 01' 41.5" E) Drie kilometer ten zuidoosten van de Col d'Aubrac aan de weg naar Montorzier, ligt een beroemd veld van pingo-ruïnes met de fraaie naam Champ de Laquets du Puech de los Egos. Sommige van de pingomeertjes zijn gevuld met water, andere zijn moerasgebieden. |
![]() |
Vallei van de Biourière (44° 34' 17" N, 03° 06' 34" E) Een mooi voorbeeld van gepolijste granietrotsen door een gletsjer in het bovenste deel van de vallei. Bekend is een dikke morene-afzetting van de mesa de Rabois bij de Col Bonnecombe in de Mont d'Aubrac, waarin een enorm blok graniet zit, de Mourré dé l'Ego. |
![]() |
Le truc des Coucuts (44° 40' 31" N, 03° 10' 10" E) Bij het dorp Prinsuéjols ligt op 1280 meter (niet toegankelijk) deze basalt rots met met prachtige zuilen. |
![]() |
Neck de Belvezet (44° 33' 52" N, 03° 44' 46" E) Gelegen tussen de dorpen van Aubrac en Saint-Chely ligt Belvezet een middeleeuwse toren ruïne, gebouwd op de neck, een oude kraterpijp die duidelijk is aangetast door erosie. |
Velay / Het Bekken van Le Puy

Velay / Het Bekken van Le Puy
![]() |
Rocher d'Aiguilhe (45° 03' 00" N, 03° 52' 57" E) Een 82 meter boven de omgeving uitstekende piramide; een neck, bestaat uit een breksie* van basaniet. Bovenop staat de Romaanse kapel Saint-Michel uit de 10e tot de 12e eeuw. Het oorspronkelijke omringende vulkaanlichaam is door erosie verdwenen. Het is één van de bekende punten van Le Puy. *opgebouwd uit materiaal van een ouder gesteente |
![]() |
Rocher Corneille (45° 02' 51.0" N, 03° 53' 06.8" E) Deze ontmantelde vulkaanpijp staat in de buurt van de Rocher d'Aiguilhe, maar is met zijn 130 meter hoogte en brede voet (250x80 meter) heel wat groter. Deze neck bestaat eveneens uit gelaagde breksie van basaniet. Het enorme bronzen Mariabeeld is gemaakt van 213 omgesmolten kanonnen die tijdens de Krimoorlog zijn buitgemaakt. Het beeld is via een wenteltrap te beklimmen en geeft een mooi uitzicht over de omgeving. |
![]() |
De orgelpijpen van de Espaly (45° 02' 45.6" N, 03° 51' 57.1" E) De Orgues de l' Espaly zijn de zijkant van een bazaltische gang. Gedeeltelijk zijn de zuilen gerangschikt als in een boeket, waaruit naar vele kanten de bloemen steken. |
![]() |
Rocher de Polignac (45° 04' 10.2" N, 03° 51' 36.8" E) Het kasteel van Polignac staat op een uniek vulkanisch plateau; de neck van een vulkaan, met daar omheen okerkleurig gesteente. De neck bestaat uit glasachtige basaniet breksie. |
Velay / Het Bekken van de Emblavès

Velay / Het Bekken van de Emblavès
![]() |
Forêt de Meygal (45° 03' 17" N, 04° 07' 49" E) Stenenrivier van na de ijstijd omlaag gestorte fonolietblokken. Dit is aan de westkant van de Meygal een bekend periglaciaal verschijnsel. |
![]() |
Suc d'Eynac (45° 02' 12.6" N, 04° 01' 34.5" E) Boven het gelijknamige gehucht ligt een zeer fraaie vulkaan met grootse zuilenformaties, gedekt door een enorme muts van warrige bazaltprisma's. |
![]() |
Vulkaan van Queyrières (45° 04' 21.4" N, 04° 06' 00.3" E) Ten noorden van de Meygal ligt de vulkaan van Queyrières. Het is een bazaltische neck, geheel uit zuilen bestaand. De lava drong de klei ter plaatse binnen, koelde af vanaf de buitenkant en vormde prisma's loodrecht op het afkoelingsvlak. Later erodeerde de klei en bleven de zuilen over. Bij de voet liggen deze bijna horizontaal, meer naar boven toe staan ze steeds steiler. |
Velay / Het Plateau van de Haut-Velay

Velay / Het Plateau van de Haut-Velay
![]() |
Lac de Saint-Front (44° 58' 55" N, 04° 10' 16" E) Het meer ligt bij het gelijknamige stadje Saint-Front op een hoogte van 1236 meter. Het is een ovaal maar met daarin een rond meer gevoed door ondergrondse bronnen. |
![]() |
Pipe de Bournac (44° 59' 05.7" N, 04° 05' 38.2" E) Ten westen van het Lac de Saint-Front ligt een merkwaardige erosiepijp te zien vanaf het gehucht Bournac. Deze pijp bestaat uit een basanitische explosiebreksie, waarin bestanddelen uit de mantel en diep korstmateriaal is opgenomen. De pijp is niet uitverweerd en heeft nog grotendeels zijn mantel van tefra behouden. |
![]() |
Maar de Chaudeyrolles (44° 56' 37.2" N, 04° 11' 44.3" E) Dit maar ligt tussen Fay-sur-Lignon en de Mont Mézenc, bij het plaatsje Chaudeyrolles. Het is een wijde depressie van 1,5 km in doorsnee. Het maar is opgevuld door een veenpakket van 3 tot 4 m dikte en wordt ontwaterd door de beek de Salin. Deze vormt ook een waterval, de Cascade de Chant-Merle. |
![]() |
Dents de Mézenc (44° 55' 36.4" N, 04° 11' 05.2" E) Een hoogtepunt van de Haut-Velay. Van deze twee "tanden" is de rechtse het meest opmerkelijk. Hij bestaat uit kwarts-trachiet (in deze contreien een zeldzaamheid). |
Velay / De Slenk van de Boutières

Velay / De Slenk van de Boutières
![]() |
Cirque des Boutières (44° 53' 31.0"N, 04° 11' 20.6" E) Een gletsjerkom, heeft de Roche de Cruzet in een steilwand ontsloten. Hierdoor wordt een imposante blik op het bazaltische profiel van de Velay verschaft. Een opeenstapeling van lavalagen is te zien langs de D 400, vanaf la Croix des Boutières omlaag. |
![]() |
Suc de Touron & Roche de Borée (44° 53' 57" N, 04° 14' 26" E) Aan de D378, richting Borée, liggen opmerkelijke fonoliet bergen; Suc de Touron, met zijn karakteristieke pain-de-sucre-vorm en Roche de Borée met een fenolietgroeve, die iets verderop ligt, is ook een suc. |
![]() |
Suc de Sara (44° 52' 24" N, 04° 13' 18" E) Ten zuiden van Borée ligt de hoge (1520 m), driehoekige Suc de Sara. De Sara heeft de vorm van een croissant: het middelste, dikke gedeelte ervan vormt de top van de driehoek. Deze machtige berg bestaat grotendeels uit tinguaiet.* De Suc de Sara wordt beschouwd als een subvulkanisch intrusielichaam, in de diepte gevormd en daar tijdens de afkoeling gebleven. Alleen door erosie kan het complex aan de oppervlakte gekomen zijn. * Tinguaiet is een gesteente bestaande uit kristalen van sanidien en nefelien met naaldjes van aegirien en aenigmatiet. |
![]() |
Gerbier de Jonc (44° 50' 40" N, 04° 13' 12" E) Dit is de markante spitse suc in het zuiden van de Velay en met zijn 1551 meter een van de hoogste. De top is van fonoliet. Aan de zuidkant van de Gerbier de Jonc ontspringen de bronnen van de Loire. |